Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult in het land [20]Gosen wonen, en nabij mij wezen, gij en uw zonen, en de zonen uwer zonen, en uw schapen, en uw runderen, en al wat gij hebt. 20. Een land in Egypte, nabij het land Kanaan gelegen, zeer vruchtbaar, vol weiden, en daarom bekwaam voor die met vee omgingen.